‘Lucky Luciano was zo machtig dat hij alles kon... Behalve iemand van hem laten houden.’ Ellis Island, 1931. Agata Lietewski, een jonge Poolse van 19 jaar, is op de vlucht na een clandestiene abortus en immigreert naar de Verenigde Staten. Daar vindt ze onderdak bij haar Amerikaanse oom, in het hart van de Poolse wijk Jackowo, in Chicago. Ze is klaar voor een nieuw en rustig leven, maar die droom slaat aan diggelen wanneer rivaliserende bendes van de East Coast verwikkeld raken in een meedogenloze strijd om hun territorium. Ze wordt gekidnapt en komt zo, tegen wil en dank, in aanraking met Lucky Luciano, baas van de Italiaanse maffia en, sinds de arrestatie van Al Capone, de machtigste gangster van het land,...